De vorige keer had ik het over het jarenlang populaire onderscheid tussen schaamteculturen (het klassieke Griekenland en Rome) en schuldculturen (het christendom en de moderne samenleving). Bernard Williams heeft in 1993 overtuigend laten zien dat dat onderscheid op zand gebouwd is. Of liever gezegd, op onuitgesproken waardeoordelen (schaamteculturen zijn oppervlakkiger en kennen geen echt moreel besef) die ook nog eens ongefundeerd zijn: de helden van Homerus en Sophocles maken wel degelijk hun eigen morele keuzes en aanvaarden hun verantwoordelijkheid evengoed als de personages van Shakespeare en Dostojevski.
Hoe staat het met de verwante gedachte dat het in het christendom niet meer om schaamte voor anderen, maar puur om persoonlijke schuld tegenover God gaat? En dat we sinds de opkomst van het christendom in feite in een typische schuldcultuur leven? Ook die theorie kan op het eerste gezicht plausibel lijken, maar is moeilijk te verdedigen. In de eerste plaats omdat we elke dag worden geconfronteerd met allerlei moderne schaamte- en schanderituelen: Jon Ronson heeft daarover net So You’ve Been Publicly Shamed geschreven. In de tweede plaats omdat ook het christendom zelf op geen enkel moment in zijn lange geschiedenis een pure schuldcultuur is geweest.