In het toneelstuk Thomas More zet Shakespeare de hoofdpersoon tegenover een groep woedende opstandelingen, die de huizen van immigranten in brand willen steken. Volgens de rebellen is dat vreemde volk alleen gekomen om zich te verrijken op kosten van de Engelsen. More weet ze op andere gedachten te brengen, met een toespraak van een verbluffende actualiteit:
Stel je voor dat je ze het land uit krijgt
En dat je kabaal de Engelse majesteit overstemt,
En stel je voor dat die miserabele vreemden,
Met hun baby’s op hun rug en hun armzalige bagage,
Naar havens en kusten sjokken voor hun transport,
En dat jij daar zit als een koning in je dromen,
De overheid verstomd door jouw gebral,
En jij getooid met de plooikraag van je meningen;
Wat heb je dan bereikt? Nou, dit: je hebt bewezen
Hoe arrogantie en machtsvertoon kunnen winnen,
Hoe de rechtsstaat ondermijnd kan worden…
Eén van de ‘miserabele vreemden’ van nu is een meisje op ons gymnasium. Ze is dertien jaar geleden in Nederland geboren en is één van de uitblinkers in haar klas. Ze is nooit zelfs maar in Afrika geweest, maar de kans is reëel dat ze binnenkort daarheen uitgezet wordt.