Het Humboldtmuseum of de uitvinding van de meritocratie (2)

Het beeld van Spes achter het huis van Wilhelm von Humboldt in Tegel, Bertel Thorvaldsen, ca. 1817

Net als een klassieke tempel is het kasteel van  Wilhelm von Humboldt kasteel bedoeld als een plaats van transformatie, waarbij het werkelijke een symbool wordt van het hogere. Daarbij is er geen verschil tussen zijn kunstfilosofie en zijn Bildungsfilosofie. “Zichzelf zo tot een symbool van het universum te herscheppen, dat zou de hoogste opgave van de mensheid zijn”: het is een gedachte die “sinds langere tijd mijn lievelingsidee is en voor mij de sleutel van al wat bestaat”.

Het ging Humboldt om de

betrokkenheid op een bovenaardse wereld, die elk naar de aard van zijn geest op een zinnelijke of meer vergeestelijkte wijze, letterlijk of symbolisch kon beschouwen.

Een gezicht op de eeuwigheid: nergens kwam dat duidelijker tot uitdrukking dan in het beeld van Spes, de Romeinse godin van de hoop, op een ionische zuil boven het familiegrafveld achter het huis.

Behalve een tempel en een museum was slot Tegel ook een kasteel. Dat is te zien aan de vier merkwaardige, geprononceerde hoektorens, die Schinkel toevoegde. Zulke torens passen slecht bij het Pruisische classicisme: ze doen eerder denken aan middeleeuwse burchten.

Het Humboldtmuseum of de uitvinding van de meritocratie (1)

Tegel, het kasteel van Wilhelm van Humboldt, litho door Alexander Duncker

Tussen 1820 en 1824 liet Wilhelm von Humboldt zijn familieslot in Tegel verbouwen tot een klassieke tempel en het eerste oudheidkundige museum. Je kunt zowel met stenen als met woorden bouwen, schreef hij in een sonnet, en meer nog dan zijn teksten illustreert het gebouw zijn ideaal van klassieke Bildung (“zelfvorming”, maar ook “hogere cultuur”).

De verantwoordelijke architect was Karl Friedrich Schinkel (1781-1841), bekend van imposante Berlijnse gebouwen met lange rijen zuilen: de Neue Wache op Unter den Linden (1818), het Schauspielhaus (1819-1821) en het Altes Museum (1825-1830). Schinkel was bezig om de hele stad te veranderen in een “Athene aan de Spree” en was de aangewezen man om ook Humboldts huis een classicistische makeover te geven.

Met een toren der winden, waar net als bij het origineel in Athene de geest van Griekse goden omheen waaide, en met grote beelden van mythologische figuren aan de tuinzijde, kreeg de buitenkant van het kasteel een meer klassiek karakter. De grootste veranderingen vonden echter plaats in het interieur. Dat is meteen achter de ingang te zien aan de vestibulum, die met zijn antieke reliëfs en zijn Dorische zuilen herinnert aan de voorhof van een tempel. Schinkel en Humboldt legden de nadruk op de entree als de weg naar een klassiek ideaal, als een inwijding in een hogere wereld en een persoonlijke Bildungsweg.

Symposium ‘Revolutie in de schoolgang’

NIVOZ nodigt u van harte uit voor een inspirerende avond rondom het werk van Joris Verheijen en zijn proefschrift Revolutie in de schoolgang: Radicaal-romantische Bildung in en buiten het onderwijs tussen 1789 en nu. In dit boek bevraagt Verheijen de heersende onderwijsstructuren en pleit hij voor een Bildung die niet alleen gericht is op zelfontwikkeling, maar ook op kritisch burgerschap en maatschappelijke betrokkenheid. Hij stelt een alternatieve manier van denken, spreken en schrijven voor, geïnspireerd door filosofen als Georg Forster, Friedrich Schlegel en Walter Benjamin.

Revolutie in de schoolgangProgramma

17.00 uur – Inloop Ontvangst met koffie en thee

17.30 uur – Lezing door Joris Verheijen
Joris Verheijen introduceert de kern van zijn werk en bespreekt de implicaties van radicaal-romantische Bildung voor het onderwijs en de samenleving.

18.15 uur – Referaten: Eerste ronde
Onder leiding van een moderator reflecteren twee vooraanstaande denkers op Verheijens werk:

  • Jan Masschelein (emeritus professor wijsgerige pedagogiek, KU Leuven)
  • Judi Mesman (hoogleraar sociale rechtvaardigheid met speciale aandacht voor intergenerationele vraagstukken, Universiteit Leiden)

We vragen hen specifiek in te gaan op het ‘anders denken, spreken en schrijven’ dat Verheijen in zijn werk voorstelt. Hoe kan dit bijdragen aan een nieuwe visie op onderwijs, maatschappij en democratie?

18.45 uur – Gezamenlijke maaltijd

Georg Forster, de vergeten Bildungsdenker

Met Renate Schepen van de podcastreeks Vergeten filosofen heb ik een podcast gemaakt over Georg Forster, ontdekkingsreiziger, natuurwetenschapper, Bildungsdenker, schrijver en revolutionair. Forster reisde met James Cook drie jaar de wereld rond, bestreed het wetenschappelijke racisme van Kant, riep in 1792 in Mainz de revolutie uit en is vooral om die laatste reden in Duitsland niet zozeer vergeten, als wel actief doodgezwegen. Het gesprek ging ook over mijn boek, Revolutie in de schoolgang, dat eind maart of begin april uitkomt, en over de vraag wat we vandaag van Forster en zijn geestverwanten kunnen leren. De aflevering is hier te beluisteren. Het boek is alvast hier te bestellen.

undefined

Burgerschapsonderwijs als verlengde van de filosofie

Had een prima gesprek met vaktijdschrift Prima Onderwijs over burgerschapsonderwijs als verlengde van filosofie. Hoe bereik je dat burgerschap meer wordt dan een middel om leerlingen te disciplineren en dat het ze tot kritische, betrokken burgers vormt?

https://www.primaonderwijs.nl/magazine/burgerschapsonderwijs-als-verlengde-van-de-filosofie

Sonnet XXIX

Is Shakespeare een psycholoog? Als schrijver dringt hij er diep genoeg voor door in de krochten van de ziel. Het verschil met de meeste moderne psychologen is echter dat hij niet simpelweg uitgaat van het ik met al zijn verlangens en frustraties. Dat liet ik gisteren zien aan de hand van sonnet XXX: er was wel een ‘ik’ in dat gedicht, maar die bleek niet los te denken van de ander, van de geliefde die er vanaf de eerste regel naast stond. Shakespeare dringt in zijn sonnetten niet zozeer door in de individuele ziel, zoals psychologen doen, maar eerder in een relatie, in een dualiteit, in de twee in plaats van de één. Als je je dat realiseert, krijgen die sonnetten een andere betekenis.

Een opvliegende leeuwerik

Dat ze die verborgen dualiteit of dialoog in de sonnetten heeft gereconstrueerd, is de verdienste van Helen Vendler in haar al genoemde commentaar. Bij sonnet CXVI (‘Let me not to the marriage of true minds/ Admit impediments…’) heeft ze laten zien dat het niet de brave lofzang op constante, onveranderlijke liefde is die commentaren erin hebben gezien. Het is een antwoord: in de voortgaande dialoog, die de horizon van de sonnetten vormt, heeft de geliefde net meegedeeld dat zijn liefde voorbij is. Het sonnet zelf is een pathetische, ontroerende en waarschijnlijk vergeefse poging van de ik om hem op andere gedachten te brengen.

Sonnet XXX

Niemand die meer dramatische wendingen in de veertien regels van een sonnet verpakt dan de grootste toneelschrijver. Vanmorgen herlas ik sonnet XXX en realiseerde me met een schok dat ik het helemaal verkeerd begrepen had. En ook dat Shakespeare ons weer eens beter doorziet dan wij hem.

Sonnet 30 op de muur van het Rapenburg in Leiden

Dit is de Engelse tekst:

When to the sessions of sweet silent thought
I summon up remembrance of things past,
I sigh the lack of many a thing I sought,
And with old woes new wail my dear time’s waste:
Then can I drown an eye, unus’d to flow,
For precious friends hid in death’s dateless night,
And weep afresh love’s long since cancell’d woe,
And moan th’ expense of many a vanish’d sight;
Then can I grieve at grievances foregone,
And heavily from woe to woe tell o’er
The sad account of fore-bemoaned moan,
Which I new pay as if not paid before.
    But if the while I think on thee, dear friend,
    All losses are restor’d, and sorrows end.

Al is die tekst niet overal even transparant voor moderne lezers, de strekking leek me evident en ook de meeste commentaren lezen er hetzelfde in: ‘Als ik zit te mijmeren en aan vroeger denk, is er veel waar ik verdrietig van ga zuchten: vrienden die zijn gestorven, ongelukkige liefdes die verloren zijn geraakt, enzovoort. Ik kan er eindeloos over blijven kreunen (alsof ik dat niet al genoeg gedaan had!), maar als ik dan aan jou denk, lieve vriend, is al het verlies hersteld en het verdriet voorbij.’ Een nogal banaal inzicht in een sierlijke verpakking dus? Nee, zo simpel ligt het niet.

Terug naar de natuur: de stripsofie van Barbara Stok

Op de site van striptijdschrift De 9e kunst staat mijn essay ‘Terug naar de natuur: de stripsofie van Barbara Stok’. Graphic novels zijn nog altijd ondergewaardeerd als kunstvorm en al waren de recensies van Stoks laatste boek unaniem lovend, de aandacht ging vooral naar haar ideeën en minder naar haar beelden. Wie haar boek echter herleest met aandacht voor het verhaal dat de beelden vertellen, die vindt daarin een verrassende, actuele en radicale beschouwing over kunst, natuur en over een kunstvorm die teruggaat naar de natuur.

Promotie

Op donderdagmiddag 4 juli heb ik in de Senaatszaal van de Erasmus Universiteit met succes mijn proefschrift verdedigd: cum laude!

Georg Forster spreekt de jakobijnse club in Mainz toe, 1792 of 1793

De volledige titel van het boek, dat in januari 2025 verschijnt bij Amsterdam University Press, is ‘Revolutie in de schoolgang. Radicaal-romantische Bildung in en buiten het onderwijs tussen 1789 en nu’. De aanleiding was een opmerking van een van mijn leerlingen, tijdens een lessenreeks over Michel Foucaults analyses van macht in instituties. ‘Ik had geen idee,’ zei die jongen, ‘hoeveel er is dat niet eens meer in mijn hoofd opkomt om in de schoolgang te doen.’ Hij had misschien willen zingen of rennen in die gang, maar hij had geleerd om zulke gevaarlijke gedachten al te onderdrukken voordat ze konden opkomen. Het inzicht leverde emancipatoire discussies in de klas op, over onbewuste zelfdisciplinering op school en over de vraag of leerlingen er gevormd of vervormd werden. Was hun school een plaats van Bildung of een machtsinstrument en hoeveel regie hadden ze daar zelf over?