
Het beeld van Spes achter het huis van Wilhelm von Humboldt in Tegel, Bertel Thorvaldsen, ca. 1817
Net als een klassieke tempel is het kasteel van Wilhelm von Humboldt kasteel bedoeld als een plaats van transformatie, waarbij het werkelijke een symbool wordt van het hogere. Daarbij is er geen verschil tussen zijn kunstfilosofie en zijn Bildungsfilosofie. “Zichzelf zo tot een symbool van het universum te herscheppen, dat zou de hoogste opgave van de mensheid zijn”: het is een gedachte die “sinds langere tijd mijn lievelingsidee is en voor mij de sleutel van al wat bestaat”.
Het ging Humboldt om de
betrokkenheid op een bovenaardse wereld, die elk naar de aard van zijn geest op een zinnelijke of meer vergeestelijkte wijze, letterlijk of symbolisch kon beschouwen.
Een gezicht op de eeuwigheid: nergens kwam dat duidelijker tot uitdrukking dan in het beeld van Spes, de Romeinse godin van de hoop, op een ionische zuil boven het familiegrafveld achter het huis.
Behalve een tempel en een museum was slot Tegel ook een kasteel. Dat is te zien aan de vier merkwaardige, geprononceerde hoektorens, die Schinkel toevoegde. Zulke torens passen slecht bij het Pruisische classicisme: ze doen eerder denken aan middeleeuwse burchten.