Het is de kerstnacht. Er wordt een kind geboren. Maar waar? In Betlehem, zoals twee evangelisten zeggen, of ergens anders? Een historische puzzel, die leert hoe je uit twee betwijfelbare bronnen een betrouwbare conclusie kunt trekken. Ongeveer zoals de parallax, de verschuiving tussen de eenzijdige beelden die onze twee ogen opvangen, ons helpt om diepte te zien. Dat vermogen om dieper te kijken hebben we vandaag hard nodig.
Wat zeggen de bronnen? Er zijn twee evangelisten die de geboorte van Jezus beschrijven. Mattheus (2:1-23) vertelt dat Jezus geboren werd in Betlehem, maar met zijn ouders moest vluchten voor Herodes, die had gehoord over een nieuwe koning. Ze trokken naar Egypte, terwijl Herodes alle jongetjes van twee jaar en jonger liet ombrengen. Later, na de dood van Herodes, keerden ze terug naar Israël, maar vestigden ze zich voor de zekerheid niet in Betlehem, maar in Nazaret, in het noorden.
Lucas (2:1-11) vertelt dat keizer Augustus eiste dat elke burger zich zou melden in de geboorteplaats van zijn voorvaderen, voor een grote volkstelling. Omdat Jozef van David afstamde, die uit Betlehem kwam, trok hij met Maria uit Nazaret naar Betlehem. Er was geen plaats in de herbergen, dus Jezus werd er in een stal geboren. Later keren ze terug naar Nazareth.