Maandelijks archief: januari 2015

Onder de boom (2)

(Vervolg van eergisteren)

Walter Eiland en Michael Jennings, Walter Benjamin: A Critical Life (2014). Een boek waar ik maar langzaam in vorder, omdat ik voortdurend het lezen onderbreek om er Benjamins essays en aantekeningen bij te pakken. Wie wel eens een van zijn teksten heeft gelezen – gecondenseerd, gedestilleerd en explosief als de brouwsels van een alchemist – weet dat zijn meest bepalende stijlprincipe altijd is geweest om consequent het woord ‘ik’ te vermijden. Met onpersoonlijkheid heeft dat niets te maken, eerder met het tegenovergestelde. Benjamin had een hartgrondige hekel aan standaardfrasen van het type ‘naar mijn mening’, ‘wat mij betreft’ of ‘in mijn optiek’, waarmee schrijvers hun stukken tooien om te doen alsof ze zichzelf kunnen relativeren, alsof ze bescheiden en voorzichtig genoeg zijn om te beseffen dat hun waarheid maar één mogelijke mening is. Benjamin was niet bescheiden en voorzichtig: hij stortte zich met hart en ziel in zijn werk. Bij hem was elke zin die hij schreef, of het nou ging over melancholie in de barok, over kinderspeelgoed of over prostitutie bij Baudelaire, doordrenkt van zijn persoonlijke gevoelens en zijn levenservaringen. Niet omdat hij streefde naar een soort van Hegeliaanse synthese tussen het objectieve en het subjectieve, maar omdat hij een oorspronkelijke ervaring probeerde te verwoorden waarin het kunstmatige onderscheid tussen die twee abstracties helemaal niet te maken viel.