Maandelijks archief: mei 2015

Met twee maten

http://www.geenstijl.nl/archives/images/fietsie477.jpgTwee dagen geleden: minister Schultz van Verkeer besluit dat er geen verbod komt op bellen en appen op de fiets. De minister ziet niets in een verbod dat je toch niet gaat handhaven. Ik moet drie keer per dag uitwijken voor slingerende bellers en mij lijkt zo’n verbod wél belangrijk: dan is er tenminste een duidelijke norm, waar ik medeweggebruikers op kan aanspreken.

Vandaag: de kamer stemt in met een beperkt boerkaverbod. Minister Plasterk geeft zelf ook toe dat er in Nederland maar een paar honderd vrouwen met een boerka zijn en dat de politie in de praktijk toch geen boetes zal uitschrijven. Maar hij vindt het belangrijk om “een norm vast te stellen”, waar mensen elkaar op kunnen wijzen.

De plassende bedoeïen

Bourzik (l) en Westergaard (r)

Begin mei was Kurt Westergaard in Amsterdam voor het ‘Festival van het vrije woord’. Brahim Bourzik van de Moslimkrant was daar ook, om in discussie te gaan en om een kado aan te bieden aan de bedreigde cartoonist. Volgens de journalist Marcel Hulspas haalde Bourzik bij die gelegenheid een oud verhaal over de profeet Mohammed aan.

Op een dag liep een bedoeïen de moskee binnen waar de Profeet met zijn metgezellen was. Hij liep naar een hoek en ging plassen. Kwaad als de metgezellen waren, liepen ze op de man af en wilden diens hoofd met een zwaard afhakken.

De Profeet stond op en maande de metgezellen te gaan zitten en de man met rust te laten. De Profeet vroeg de man: Wat ben je aan het doen?”

De man: “Ik moet plassen en daarom zocht ik een hoek.”

“Maar dit is een moskee, een godshuis, vertelde de Profeet aan de man.

“In dat geval spijt het mij, “zei de man. En de Profeet liet hem weggaan.

Als je je schaamt om niet onbeschaamd te zijn

http://www.rembrandtpainting.net/rmbrndt_1636-1654/1636-54_images/susanna.jpgDe vorige keer had ik het over het jarenlang populaire onderscheid tussen schaamteculturen (het klassieke Griekenland en Rome) en schuldculturen (het christendom en de moderne samenleving). Bernard Williams heeft in 1993 overtuigend laten zien dat dat onderscheid op zand gebouwd is. Of liever gezegd, op onuitgesproken waardeoordelen (schaamteculturen zijn oppervlakkiger en kennen geen echt moreel besef) die ook nog eens ongefundeerd zijn: de helden van Homerus en Sophocles maken wel degelijk hun eigen morele keuzes en aanvaarden hun verantwoordelijkheid evengoed als de personages van Shakespeare en Dostojevski.

Hoe staat het met de verwante gedachte dat het in het christendom niet meer om schaamte voor anderen, maar puur om persoonlijke schuld tegenover God gaat? En dat we sinds de opkomst van het christendom in feite in een typische schuldcultuur leven? Ook die theorie kan op het eerste gezicht plausibel lijken, maar is moeilijk te verdedigen. In de eerste plaats omdat we elke dag worden geconfronteerd met allerlei moderne schaamte- en schanderituelen: Jon Ronson heeft daarover net So You’ve Been Publicly Shamed geschreven. In de tweede plaats omdat ook het christendom zelf op geen enkel moment in zijn lange geschiedenis een pure schuldcultuur is geweest.

Lof van de schaamte

Achilles en Patroklos

De Griekse en Romeinse beschaving waren typische schaamteculturen, schreef E.R. Dodds in 1951, het christendom zette de toon voor een schuldcultuur. In een schaamtecultuur draait het handelen om eergevoel, reputatie en het beeld dat anderen van je hebben. In een schuldcultuur gaat het om geweten, om een verinnerlijkt besef van zondigheid en om het afleggen van persoonlijke verantwoording. Het onderscheid bleef dominant tot ver in de jaren negentig, toen ik het aan de universiteit moest leren.

Dat dat onderscheid zoveel weerklank vond was niet alleen omdat het een lekker duidelijke scheidslijn trok tussen twee tradities. Achteraf gezien sloot het verhaal van schaamte en schuld ook goed aan bij de onuitgesproken Kantiaanse vooronderstellingen van veel moderne wetenschappers: het idee dat schaamtegevoelens overheersen in een meer primitieve fase van de morele ontwikkeling, als je nog geen benul van goed, kwaad en verantwoordelijkheid hebt en alleen bezorgd bent om ‘hoe anderen je zien’ (vaak genoemd voorbeeld: de held Ajax, die voor zijn strijdmakkers een pleefiguur slaat en er dan meteen maar een eind aan maakt).