Tagarchief: islam

Kun je deradicaliseren met Spinoza?

Het raakte de afgelopen maand een beetje ondergesneeuwd onder het nieuws uit Amerika, corona en de toeslagenaffaire: begin januari maakte burgemeester Halsema bekend dat de gemeente Amsterdam ambtenaar Saadia Ait-Taleb in 2017 ten onrechte had ontslagen. Onder burgemeester Eberhard van der Laan was ze beschuldigd van fraude, corruptie, omkoping en valsheid in geschrifte, maar een strafonderzoek liet niets heel van die beschuldigingen. Ait-Taleb had alleen leiding gegeven aan een merkwaardige en mislukte gemeentecampagne om jongeren te deradicaliseren, ontwikkeld op basis van de filosofie van Spinoza. Het is de moeite waard om terug te kijken op dat experiment met toegepaste filosofie: was het project bij voorbaat een tot mislukken gedoemd waanidee? Of zou je in principe kunnen deradicaliseren met Spinoza?

Zij weten niet wat zij doen

De Farizeeërs in de tempel, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648. Collectie Rijksmuseum

De Farizeeërs in de tempel, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648. Collectie Rijksmuseum

Het was bijna Pasen, toen de Farizeeën en Schriftgeleerden aan de moslims vroegen: ‘Veroordelen jullie deze aanslag, die jullie geloofsgenoten gepleegd hebben?’ De moslims antwoordden: ‘Ja, zo’n aanslag is in strijd met ons geloof.’ Toen zei één van de Farizeeën met overslaande stem: ‘Horen jullie hoe zij zeggen dat de aanslag in strijd is met hun geloof (en dus niet: de wet)? Zien jullie nu hoe zij hun geloof boven de wet plaatsen?’

Daarna gingen de Farizeeën op zoek naar getuigen, zodat ze de moslims zouden kunnen veroordelen voor medeverantwoordelijkheid of op zijn minst sympathie voor de aanslag, maar ze vonden niemand die wilde getuigen. Tenslotte vonden zij een kind, dat beweerde dat moslimkinderen in haar schoolklas hadden gejuicht na de aanslag: ‘Hoor ze alleen maar lachen en hopen dat er veel mensen dood gaan.’ De Farizeeën zeiden: ‘Zij hebben voor de aanslag gejuicht! Wat hebben we verder nog voor getuigenissen nodig? Gooi ze uit in de buitenste duisternis, waar het geween is en het tandengeknars!’

Antisemitisme tegen moslims: een vergeten geschiedenis

Antisemitisme tegen moslims, is dat niet even absurd als homofobie tegen hetero’s? En is het vandaag de dag niet al controversieel genoeg om Jodenhaat en moslimhaat in één adem te noemen? Volgens veel mensen zijn het tendensen die je niet mag vergelijken. “Antisemitisme is het resultaat van eeuwen religieuze en etnische haatpropaganda”, zegt Manfred Gerstenfeld, terwijl islamofobie recent zou zijn ontstaan na terroristische aanslagen. Esther Voet zegt dat je als Jood geboren wordt, terwijl moslim zijn een vrije keuze is en niet die etnische lading heeft. Dus waarom dan beginnen over antisemitisme tegen moslims? Omdat het om een vergeten en verrassend actueel hoofdstuk uit de moderne geschiedenis gaat, dat nieuw licht kan werpen op die beladen vergelijking.

Dat verhaal begint met de Franse godsdienstgeleerde Ernest Renan (1823-1892), die geloofsverschillen, culturele stereotypen en de banaalste vooroordelen een ‘wetenschappelijke’ onderbouwing geeft door ze als onveranderlijke rassenkenmerken te beschrijven. Het arische en het semitische ras zijn volgens hem “de twee tegenpolen van de mensheid”: rationalisme, vrijheidsliefde en tolerantie staan tegenover slaafse volgzaamheid, fanatisme en gewelddadigheid. In 1862 schrijft hij dat de Europese beschaving zich alleen verder zal kunnen ontwikkelen als ze werk maakt van “de vernietiging van de semitische zaak”.

Grood nieuws

“Allah grood” had iemand zondag op een kerk in Zierikzee gekwast. Het berichtje werd snel door allerlei nationale media overgenomen. Het werk van moslims met een gebrekkige taalvaardigheid – of is er iets mis met dit plaatje?

1)      Het is een zeldzaam soort van taalfout, waar je op internet bijna geen andere voorbeelden van aantreft. Veel mensen hebben bijvoorbeeld moeite met “hij word” (187.000 hits op Google), maar bijna niemand schrijft “hij gaad” (236 hits). Dan slaat bij mij en bij anderen de bullshitdetector al een beetje uit. Op Powned.tv, toch geen site die het vaak opneemt voor moslims, zei een reageerder: “Nep. Als je kunt schrijven, kun je ook ‘groot’ schrijven.”

2)      Er zijn maar weinig voorbeelden van westerse kerken die met de Takbir beklad zijn en helemaal niet in Nederland. Waar dat in het buitenland gebeurde is de Arabische versie gebruikt, “Allahu akbar”. Sowieso richt geweld van radicale moslims zich in het Westen meestal tegen personen of instellingen die de islam bestrijden of bespotten (Van Gogh, Charlie Hebdo) en dat doen de kerken helemaal niet. Het is dus geen doelwit dat geradicaliseerde moslims snel zouden kiezen.

Met twee maten

http://www.geenstijl.nl/archives/images/fietsie477.jpgTwee dagen geleden: minister Schultz van Verkeer besluit dat er geen verbod komt op bellen en appen op de fiets. De minister ziet niets in een verbod dat je toch niet gaat handhaven. Ik moet drie keer per dag uitwijken voor slingerende bellers en mij lijkt zo’n verbod wél belangrijk: dan is er tenminste een duidelijke norm, waar ik medeweggebruikers op kan aanspreken.

Vandaag: de kamer stemt in met een beperkt boerkaverbod. Minister Plasterk geeft zelf ook toe dat er in Nederland maar een paar honderd vrouwen met een boerka zijn en dat de politie in de praktijk toch geen boetes zal uitschrijven. Maar hij vindt het belangrijk om “een norm vast te stellen”, waar mensen elkaar op kunnen wijzen.

De plassende bedoeïen

Bourzik (l) en Westergaard (r)

Begin mei was Kurt Westergaard in Amsterdam voor het ‘Festival van het vrije woord’. Brahim Bourzik van de Moslimkrant was daar ook, om in discussie te gaan en om een kado aan te bieden aan de bedreigde cartoonist. Volgens de journalist Marcel Hulspas haalde Bourzik bij die gelegenheid een oud verhaal over de profeet Mohammed aan.

Op een dag liep een bedoeïen de moskee binnen waar de Profeet met zijn metgezellen was. Hij liep naar een hoek en ging plassen. Kwaad als de metgezellen waren, liepen ze op de man af en wilden diens hoofd met een zwaard afhakken.

De Profeet stond op en maande de metgezellen te gaan zitten en de man met rust te laten. De Profeet vroeg de man: Wat ben je aan het doen?”

De man: “Ik moet plassen en daarom zocht ik een hoek.”

“Maar dit is een moskee, een godshuis, vertelde de Profeet aan de man.

“In dat geval spijt het mij, “zei de man. En de Profeet liet hem weggaan.