Categoriearchief: Alle berichten

Gelukzoekers zijn geen mensen

De Marx Brothers portretteerden zichzelf in hun films als schaamteloze gelukzoekers. In tegenstelling tot Chaplin deden ze geen moeite om de diepere menselijke waardigheid van hun marginale personages te benadrukken. Juist daarom kunnen ze ons vandaag de dag nog iets leren over de ideologie achter de toenemende vreemdelingenhaat.

Naamloos1

Aandeelhouders en verstekelingen

“Ik ben een vreemde hier,” zegt Chico tegen Groucho op een feestje. “Wat dacht je dat ik was,” antwoordt Groucho, “één van de vroege kolonisten?” Zo’n tachtig jaar geleden stelden de Marx Brothers (zelf tweede generatie allochtonen, net als Aristoteles en Spinoza) in al hun films het migratievraagstuk impliciet en vaak ook expliciet aan de orde. In Monkey Business (1931) spelen de broers vier verstekelingen, verstopt in haringvaten aan boord van een oceaanstomer. Groucho en Chico doen zich voor als aandeelhouders en als de kapitein ze niet gelooft (“Jullie lijken meer op een stel verstekelingen!”) reageert Groucho: “Vergeet niet, mijn beste man, dat de aandeelhouder van gisteren de verstekeling van vandaag is.” Ondertussen steken ze ook nog de draak met de anti-immigratiewetgeving van de jaren twintig, toen in Amerika de quota per regio ingevoerd werden. Na weer een abominabele woordgrap van Chico kijkt Groucho in de camera en zegt: “Dit is nou precies waarom de immigratie aan banden gelegd moet worden.” In de hilarische douanescène proberen de vier broers Amerika binnen te dringen met het gestolen paspoort van Maurice Chevalier.

SuperMutant Magic Academy

Als ik één onderwijsboek van het jaar 2015 zou moeten aanwijzen, dan wordt het SuperMutant Magic Academy van Jillian Tamaki. Een hilarische, schrijnende, ontroerende graphic novel die een heel klein beetje aan superhelden doet denken of aan een Hogwarts-achtige toverschool, maar die eigenlijk gewoon over het dagelijks leven in de schoolbanken gaat. Dus over vervreemding, eenzaamheid, vriendschap, verliefdheid, erkenning en het gemis daaraan, lol trappen, pesterij, opstand, idealisme, creativiteit, apathie, nihilisme, twijfel, schaamte en zelfhaat en de hoop dat alles beter is als je de volgende ochtend wakker wordt.

De strips beslaan steeds één pagina, maar bij elkaar vertellen ze een heel verhaal over de terugkerende personages: Wendy die kattenoren heeft, Marsha die stiekem verliefd op haar is, Everlasting Boy die onsterfelijk is, Cheddar met z’n grote bek en het jongetje dat om de drie uur aan een speciaal apparaat moet. “Iets met subatomaire deeltjes en het Evenwicht van het Heelal, geloof ik,” legt een klasgenoot uit.

Random Thought

Kings of War, of: It is again the same song

Tegen het einde van Richard III weerklinkt het luide gejammer van moeders om hun vermoorde zoons: de één had een Edward, tot Richard hem vermoordde, de ander een Clarence, tot Richard hem vermoordde. “Ook de toeschouwers van dit treurspel”, zegt koningin Margaret, “zijn voortijdig gesmoord in hun schemerige graven.” Er zijn veel van dit soort taferelen in Shakespeares vroege koningsdrama’s, waar mensen samen rouwen of met elkaar wedijveren in het streven om van hun verdriet een verbaal en visueel spektakel te maken. Psychologisch realisme is dan vaak ver te zoeken, maar misschien zijn het juist daarom wel de meest theatrale scènes in deze stukken. Het eerste wat me opvalt aan de bewerking Kings of War, die Toneelgroep Amsterdam in deze donkere dagen speelt, is dat juist die scènes zijn geschrapt.

Het stuk is een marathon van Henry V, Henry VI en Richard III. Met een gezelschap van topacteurs, een geweldige Ramsey Nasr en een vernuftig decor levert dat mooie momenten en meeslepend theater op. Waar ik moeite mee heb is het uitgangspunt van de makers: dat Shakespeare actueel is omdat hij het heeft over “de mechanismen van de macht, de psychologie van de machthebbers en de duistere machinaties van de adviseurs om hen heen.” Wat ze benoemen lijkt me helemaal geen bijzondere overeenkomst met het nu, geen vonk die overspringt tussen de zestiende eeuw en de onze, maar alleen het nogal banale gegeven dat politiek altijd weer om machtsstrijd draait. Om Louis van Gaal te citeren: “It is again the same song.”

Wie zijn de handelaren in angst?

Handel in angst

Waar komt het snel toenemende geweld tegen AZC’s en asielzoekers vandaan? In een uitstekend stuk op Joop.nl wees Han van der Horst een paar dagen geleden op de verantwoordelijkheid van Geert Wilders, die zijn aanhangers elke dag opjut tot verzet en nauwelijks moeite doet om zich van het resulterende geweld te distantiëren. Minister Asscher noemde Wilders een paar weken geleden nog, met een oude uitdrukking van Geert Mak, een “handelaar in angst”.

Toch wringt er iets aan dat beeld. Als er een markt voor angst is, zou je Wilders dan niet eerder een producent moeten noemen? Wat hij produceert zijn haat- en scheldwoorden, griezelverhalen en extremistische oplossingen. Producten die hij moeiteloos en met flinke politieke winst kan verkopen, maar alleen omdat ze gretig worden afgenomen en gedistribueerd door verschillende groothandelaren. Kortom, wie op Wilders wijst moet ook kijken naar de rol van mainstream media en van liberale of progressieve politici – dat wil zeggen, van bijvoorbeeld de NOS of van mensen als Asscher zelf.

 

Verdoezeling

Antisemitisme tegen moslims: een vergeten geschiedenis

Antisemitisme tegen moslims, is dat niet even absurd als homofobie tegen hetero’s? En is het vandaag de dag niet al controversieel genoeg om Jodenhaat en moslimhaat in één adem te noemen? Volgens veel mensen zijn het tendensen die je niet mag vergelijken. “Antisemitisme is het resultaat van eeuwen religieuze en etnische haatpropaganda”, zegt Manfred Gerstenfeld, terwijl islamofobie recent zou zijn ontstaan na terroristische aanslagen. Esther Voet zegt dat je als Jood geboren wordt, terwijl moslim zijn een vrije keuze is en niet die etnische lading heeft. Dus waarom dan beginnen over antisemitisme tegen moslims? Omdat het om een vergeten en verrassend actueel hoofdstuk uit de moderne geschiedenis gaat, dat nieuw licht kan werpen op die beladen vergelijking.

Dat verhaal begint met de Franse godsdienstgeleerde Ernest Renan (1823-1892), die geloofsverschillen, culturele stereotypen en de banaalste vooroordelen een ‘wetenschappelijke’ onderbouwing geeft door ze als onveranderlijke rassenkenmerken te beschrijven. Het arische en het semitische ras zijn volgens hem “de twee tegenpolen van de mensheid”: rationalisme, vrijheidsliefde en tolerantie staan tegenover slaafse volgzaamheid, fanatisme en gewelddadigheid. In 1862 schrijft hij dat de Europese beschaving zich alleen verder zal kunnen ontwikkelen als ze werk maakt van “de vernietiging van de semitische zaak”.

Grood nieuws

“Allah grood” had iemand zondag op een kerk in Zierikzee gekwast. Het berichtje werd snel door allerlei nationale media overgenomen. Het werk van moslims met een gebrekkige taalvaardigheid – of is er iets mis met dit plaatje?

1)      Het is een zeldzaam soort van taalfout, waar je op internet bijna geen andere voorbeelden van aantreft. Veel mensen hebben bijvoorbeeld moeite met “hij word” (187.000 hits op Google), maar bijna niemand schrijft “hij gaad” (236 hits). Dan slaat bij mij en bij anderen de bullshitdetector al een beetje uit. Op Powned.tv, toch geen site die het vaak opneemt voor moslims, zei een reageerder: “Nep. Als je kunt schrijven, kun je ook ‘groot’ schrijven.”

2)      Er zijn maar weinig voorbeelden van westerse kerken die met de Takbir beklad zijn en helemaal niet in Nederland. Waar dat in het buitenland gebeurde is de Arabische versie gebruikt, “Allahu akbar”. Sowieso richt geweld van radicale moslims zich in het Westen meestal tegen personen of instellingen die de islam bestrijden of bespotten (Van Gogh, Charlie Hebdo) en dat doen de kerken helemaal niet. Het is dus geen doelwit dat geradicaliseerde moslims snel zouden kiezen.

Het asielbeleid volgens Archie Bunker

Archie Bunker: I ain’t no bigot. I’m the first guy to say, ‘It ain’t your fault that youse are colored.’ (All in the Family, 1971)

Archie Bunker

Met zijn vooroordelen, zijn kolderieke schijnlogica en zijn xenofobe tirades zou Archie Bunker uit de serie All in the Family vandaag de dag geen massapubliek meer aan het lachen krijgen. Niet omdat het typetje achterhaald is, eerder het omgekeerde: het is de laatste jaren helemaal salonfähig geworden. Rechtse leiders als Wilders en Trump zouden hem als een geestverwant zien. Ook politici van het “redelijke midden” zouden waarschijnlijk stellen dat Archie’s opvattingen het in elk geval verdienen om serieus “gehoord” te worden. Veel journalisten zouden hem, in een valse pose van evenwichtigheid, portretteren als een typische “bezorgde burger” voor wie “de grens duidelijk bereikt is” (zoals de NOS onlangs de aanhang van Pegida omschreef).

De geschiedenis herhaalt zich in Griekenland

Een ijzingwekkend hoofdstuk uit Thucydides’ geschiedenis van de Peloponnesische oorlog is de zogeheten Melische dialoog: het verslag van de onderhandelingen tussen de Atheners en de bewoners van het Cycladische eilandje Melos. De Meliërs hadden geprobeerd om neutraal te blijven in het conflict tussen Athene en Sparta. In 416 voor Christus werden ze door een machtige Atheense vloot voor een dodelijk simpele keuze gesteld: onderwerping of vernietiging (zie hier voor een vertaling en hier voor een nagespeelde versie).

Het is vooral door de kille taal van de macht, verpakt in zakelijke, rationele afwegingen, dat deze bladzijden van Thucydides steeds weer als scheermessen aan je vingers voelen. De Meliërs beroepen zich op het beginsel van rechtvaardigheid en de Atheners tonen hun minachting over zoveel naïveteit: als u hier bent om te jammeren over onrecht “en niet om te beraadslagen over het voortbestaan van uw stad, rekening houdend met de huidige realiteit, dan kunnen we wel weer uiteengaan.” En even verder:

Ath: Wij zijn hier op de eerste plaats om de belangen van ons imperium te dienen, maar toch ook om uw stad te redden.

Mel: Hoe kan het in ons beider belang zijn dat wij uw slaven worden en u onze meesters?

Met twee maten

http://www.geenstijl.nl/archives/images/fietsie477.jpgTwee dagen geleden: minister Schultz van Verkeer besluit dat er geen verbod komt op bellen en appen op de fiets. De minister ziet niets in een verbod dat je toch niet gaat handhaven. Ik moet drie keer per dag uitwijken voor slingerende bellers en mij lijkt zo’n verbod wél belangrijk: dan is er tenminste een duidelijke norm, waar ik medeweggebruikers op kan aanspreken.

Vandaag: de kamer stemt in met een beperkt boerkaverbod. Minister Plasterk geeft zelf ook toe dat er in Nederland maar een paar honderd vrouwen met een boerka zijn en dat de politie in de praktijk toch geen boetes zal uitschrijven. Maar hij vindt het belangrijk om “een norm vast te stellen”, waar mensen elkaar op kunnen wijzen.

De plassende bedoeïen

Bourzik (l) en Westergaard (r)

Begin mei was Kurt Westergaard in Amsterdam voor het ‘Festival van het vrije woord’. Brahim Bourzik van de Moslimkrant was daar ook, om in discussie te gaan en om een kado aan te bieden aan de bedreigde cartoonist. Volgens de journalist Marcel Hulspas haalde Bourzik bij die gelegenheid een oud verhaal over de profeet Mohammed aan.

Op een dag liep een bedoeïen de moskee binnen waar de Profeet met zijn metgezellen was. Hij liep naar een hoek en ging plassen. Kwaad als de metgezellen waren, liepen ze op de man af en wilden diens hoofd met een zwaard afhakken.

De Profeet stond op en maande de metgezellen te gaan zitten en de man met rust te laten. De Profeet vroeg de man: Wat ben je aan het doen?”

De man: “Ik moet plassen en daarom zocht ik een hoek.”

“Maar dit is een moskee, een godshuis, vertelde de Profeet aan de man.

“In dat geval spijt het mij, “zei de man. En de Profeet liet hem weggaan.