Tagarchief: politiek

Kun je deradicaliseren met Spinoza?

Het raakte de afgelopen maand een beetje ondergesneeuwd onder het nieuws uit Amerika, corona en de toeslagenaffaire: begin januari maakte burgemeester Halsema bekend dat de gemeente Amsterdam ambtenaar Saadia Ait-Taleb in 2017 ten onrechte had ontslagen. Onder burgemeester Eberhard van der Laan was ze beschuldigd van fraude, corruptie, omkoping en valsheid in geschrifte, maar een strafonderzoek liet niets heel van die beschuldigingen. Ait-Taleb had alleen leiding gegeven aan een merkwaardige en mislukte gemeentecampagne om jongeren te deradicaliseren, ontwikkeld op basis van de filosofie van Spinoza. Het is de moeite waard om terug te kijken op dat experiment met toegepaste filosofie: was het project bij voorbaat een tot mislukken gedoemd waanidee? Of zou je in principe kunnen deradicaliseren met Spinoza?

Goed leven kan niet zonder tegengeluid

Afbeeldingsresultaat voor goede leven en vrije marktEind 2018 verscheen het nieuwe lesboek voor het VWO-eindexamen filosofie: Het goede leven en de vrije markt. Een ongekend actueel schoolboek, over de schaduwkanten van de globaliserende markt, over de menselijke en ecologische kosten van het kapitalisme en over de mogelijkheid om in dialoog met filosofen van vroeger en nu alternatieven te formuleren. De jury van de Socratesbeker 2019 prees de ‘grote filosofische openheid’ waarmee de drie auteurs, Ad Verbrugge, Govert Buijs en Jelle van Baardewijk, ‘op een zorgvuldige manier de verschillende filosofische tradities’ hadden gewogen. Eigenschappen die je graag ziet in een schoolboek en die de leerlingen zelf aan de dag moeten leggen op het examen. Een van de voornaamste exameneisen is immers dat ze ‘verschillende filosofische posities ten aanzien van een vraagstuk beargumenteerd’ kunnen innemen en ‘vanuit verschillende perspectieven’ kunnen redeneren. Toch klonk er ook kritiek op de conservatieve inslag van het boek. ‘Eh juf? Toch even vragen,’ schreef Sjoerd de Jong in het NRC. ‘Als dit neutrale lesstof is, eet ik mijn schrift op.’

Wat Paulus met blauwe inkt schreef

Toen hij zich moest verantwoorden voor het misdadige Amerikaanse migratiebeleid, dat kinderen met geweld aan hun ouders ontrukt en ze voor onbepaalde tijd in kampen opsluit, verwees minister van justitie Jeff Sessions naar de bijbel. Niet naar koning Herodes, zoals misschien toepasselijker was geweest, maar naar ‘de apostel Paulus en zijn duidelijk en wijs gebod in Romeinen 13 om de wetten van de regering te gehoorzamen, omdat God ze heeft uitgevaardigd om de orde te handhaven.’Afbeeldingsresultaat voor apostle paul

Hij bevond zich wel in goed gezelschap met die verwijzing, want die regels zijn vaker gebruikt als zelfrechtvaardiging door onderdrukkers. Door negentiende-eeuwse slavenhouders in Amerika, bijvoorbeeld, door de Nazi’s en door het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Dat roept de vraag op in hoeverre Paulus’ woorden zich lenen voor zulke repressieve toepassingen. Hier komen ze:

Asterix en de precariërs

Van Asterix kan links leren dat de groei van het precariaat en toenemend racisme met elkaar samenhangen, dat de keuze tussen economie of identiteit een valse keuze is en dat normale mensen rare jongens zijn

Zijn dat slaven?’ vraagt Asterix, als hij naar de roeiers wijst. ‘Nee! Compagnons!’ antwoordt de Phoenicische koopman Verramsj met een grijns. ‘Ik heb de vennootschap opgericht en zij hebben het contract niet goed gelezen. Nu ben ik president-directeur-generaal.’ In een later album komen de Galliërs de koopman en zijn roeiers weer tegen en hoewel ze nieuwe titels dragen, zijn de arbeidsverhoudingen en de grijns hetzelfde gebleven. ‘Ik heb nu een reisbureau opgericht, gespecialiseerd in zeereizen,’ legt Verramsj uit. ‘Zij zijn het A.U.B.  – algemeen uitvoerend bestuur – en ik ben O.K. – organiserend kapitein.’ Weer later zijn de roeiers ‘allemaal prijswinnaars van een wedstrijd die ik georganiseerd heb en ze hebben allemaal een zeereis gewonnen, exclusief de kosten.’

Dat Goscinny en Uderzo met Obelix & Co. de grondigste analyse van het kapitalisme hebben geleverd sinds Marx en Engels is algemeen bekend, maar de flexibiliseringstaal van deze koopman is vandaag misschien nog wel actueler. Niet voor niets heet hij in de Engelse Asterix-vertalingen Ekonomikrisis.

Het missende gezicht: hoe Jezus verdween uit de burgerrechtenbeweging

March - Book Two-179Kort geleden verscheen het derde en laatste deel van March, een graphic novel over de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren vijftig en zestig. Voor deze boeken heeft John Lewis, één van de beroemdste zwarte activisten, zijn verhaal verteld aan schrijver Andrew Aydin en tekenaar Nate Powell. Dat was hard nodig volgens de makers, omdat de meeste Amerikanen van die hele geschiedenis maar negen woorden kennen: Rosa Parks, Martin Luther King, I have a dream. March is dus een geschiedenisles, maar ook een klap in je gezicht, omdat het laat zien hoeveel geweld het protest losmaakte. Geweld van gouverneurs, politie, Ku Klux Klan en anderen, in de vorm van verboden, traangasgranaten, gummiknuppels, kogels, molotovcocktails en bommen. Als lezer krijg je nog meer bewondering dan je al had voor de zelfdiscipline en het doorzettingsvermogen van de actievoerders, die naar het voorbeeld van Jezus en Gandhi weigerden om geweld met geweld te beantwoorden.

Zij weten niet wat zij doen

De Farizeeërs in de tempel, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648. Collectie Rijksmuseum

De Farizeeërs in de tempel, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648. Collectie Rijksmuseum

Het was bijna Pasen, toen de Farizeeën en Schriftgeleerden aan de moslims vroegen: ‘Veroordelen jullie deze aanslag, die jullie geloofsgenoten gepleegd hebben?’ De moslims antwoordden: ‘Ja, zo’n aanslag is in strijd met ons geloof.’ Toen zei één van de Farizeeën met overslaande stem: ‘Horen jullie hoe zij zeggen dat de aanslag in strijd is met hun geloof (en dus niet: de wet)? Zien jullie nu hoe zij hun geloof boven de wet plaatsen?’

Daarna gingen de Farizeeën op zoek naar getuigen, zodat ze de moslims zouden kunnen veroordelen voor medeverantwoordelijkheid of op zijn minst sympathie voor de aanslag, maar ze vonden niemand die wilde getuigen. Tenslotte vonden zij een kind, dat beweerde dat moslimkinderen in haar schoolklas hadden gejuicht na de aanslag: ‘Hoor ze alleen maar lachen en hopen dat er veel mensen dood gaan.’ De Farizeeën zeiden: ‘Zij hebben voor de aanslag gejuicht! Wat hebben we verder nog voor getuigenissen nodig? Gooi ze uit in de buitenste duisternis, waar het geween is en het tandengeknars!’

Sorry is het moeilijkste woord

Waarom Asscher en Breedveld elkaar hun excuses moeten aanbieden en waarom de minister het initiatief moet nemen

https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/originals/3d/49/73/3d497302a6dc977eafa57be70c41f359.jpg

Yeats, ‘The Second Coming’ (1920)

“Alles valt uiteen, het middelpunt houdt het niet,” schreef de Ierse dichter Yeats over de moderne tijd. “De besten missen alle overtuiging, terwijl de slechtsten vol hartstochtelijke intensiteit zijn.” Dat lijkt me een mooie omschrijving van de debatcultuur in Nederland, waar de grofste meningen het luidst worden rondgetoeterd en de meeste media-aandacht afdwingen. Bovendien werkt het ook nog eens zo dat goedbedoelende mensen, als het vuur van de overtuiging een keer in ze is opgelaaid, vaak minder aangename trekken laten zien. Dat geldt bij uitstek voor de ruzie op social media, waar minister Asscher en Peter Breedveld nu in verwikkeld zijn.

Het begon vorige week maandag, toen Asscher van zich afbeet op Facebook. Zijn sarcastische reactie op de rabiate antisemieten en andere vuilspuiters was begrijpelijk en in grote lijnen adequaat. Een van zijn belasteraars, “Rico”, heeft inmiddels zijn excuses aangeboden.

Gevaarlijk, maar geen racist

Gelukzoekers zijn geen mensen

De Marx Brothers portretteerden zichzelf in hun films als schaamteloze gelukzoekers. In tegenstelling tot Chaplin deden ze geen moeite om de diepere menselijke waardigheid van hun marginale personages te benadrukken. Juist daarom kunnen ze ons vandaag de dag nog iets leren over de ideologie achter de toenemende vreemdelingenhaat.

Naamloos1

Aandeelhouders en verstekelingen

“Ik ben een vreemde hier,” zegt Chico tegen Groucho op een feestje. “Wat dacht je dat ik was,” antwoordt Groucho, “één van de vroege kolonisten?” Zo’n tachtig jaar geleden stelden de Marx Brothers (zelf tweede generatie allochtonen, net als Aristoteles en Spinoza) in al hun films het migratievraagstuk impliciet en vaak ook expliciet aan de orde. In Monkey Business (1931) spelen de broers vier verstekelingen, verstopt in haringvaten aan boord van een oceaanstomer. Groucho en Chico doen zich voor als aandeelhouders en als de kapitein ze niet gelooft (“Jullie lijken meer op een stel verstekelingen!”) reageert Groucho: “Vergeet niet, mijn beste man, dat de aandeelhouder van gisteren de verstekeling van vandaag is.” Ondertussen steken ze ook nog de draak met de anti-immigratiewetgeving van de jaren twintig, toen in Amerika de quota per regio ingevoerd werden. Na weer een abominabele woordgrap van Chico kijkt Groucho in de camera en zegt: “Dit is nou precies waarom de immigratie aan banden gelegd moet worden.” In de hilarische douanescène proberen de vier broers Amerika binnen te dringen met het gestolen paspoort van Maurice Chevalier.