‘All in the game’: individu en instituties in twee afleveringen van The Wire (1)

Een van de allereerste shots, in de allereerste aflevering van het eerste seizoen van The Wire vertelt veel, zo niet alles over wat deze serie bijzonder maakt. We zien op de voorgrond een slachtoffer op straat liggen, maar wazig: de camera is gefocust op de rechercheur en de getuige die verderop op een betonnen trapje zitten. In deze serie gaat het niet om wie er op de voorgrond staat – of ligt. In het audiocommentaar bij deze aflevering zegt producent David Simon:

This show is really about the American city and about how we live together and it’s about how institutions have an effect on individuals. And how regardless of what you’re committed to, whether you’re a cop, a longshoreman, a drug dealer, or a politician, a judge, a lawyer, you are ultimately compromised and must contend with whatever institution you’ve committed to.’

De serie gaat dus over hoe het individu in de greep van organisaties en instituties, van zijn sociale omgeving zit. In dat supra-individuele perspectief ligt een deel van de originaliteit van The Wire. Er zijn veel meer Amerikaanse series en films die inspelen op bestaande zorgen en angsten, maar ze maken er meestal het verhaal van één individu van. Dat is dan de held, die worstelt en bovenkomt. Zo levert televisie morele troost voor het individu: als de detective het probleem kan fiksen, dan kan ik het ook, is de moraal. Maar die typisch individualiserende en moraliserende benadering van veel series leidt volgens de Wire–producent de aandacht af van het grotere geheel, van sociale en politieke kwesties. Kortom, van alles wat detectives niet kunnen oplossen.

De rechtbankscène na de opening credits maakt de alternatieve aanpak van deze serie duidelijk: de boef gaat vrijuit. Hier wordt een ander verhaal verteld dan dat van de detective als moreel baken, iemand die schurken achter tralies stopt en de kosmische balans herstelt. Wat niet meteen duidelijk is, maar wat in de loop van dit eerste seizoen blijkt, is dat die aanpak een andere visie op de bad guys mogelijk maakt – en meer bepaald op de onderklasse waar ze vandaan komen. David Simon heeft dat uitgelegd door de rechercheurs in The Wire te vergelijken met bijvoorbeeld Andy Sipowicz van Law & Order.

On shows where the arrest matters . . . the suspect exists to exalt the good guys, to make the Sipowiczs and the Pembletons and the Joe Fridays that much more moral, that much more righteous, that much more intellectualized. It’s to validate their point of view and the point of view of society. So, you end up with same stilted picture of the underclass. Either they’re the salt of earth looking for a break and not at all responsible, or they’re venal and evil and need to be punished.

Die supra-individuele benadering is zo’n intrinsiek kenmerk van de hele productie dat je die ook terugziet in camerabewegingen. Nadat we in deze eerste aflevering drie kleine drugshandelaren van dichtbij hebben gezien rond een oranje bankstel op een grasveld, volgt een shot op dezelfde drie van grote hoogte. We zien ze als drie mieren, het grasveld omsloten door vervallen huizenblokken en het gevoel van opsluiting nog versterkt omdat dit shot door een afrastering heen is genomen (waarschijnlijk het hekwerk op de galerij van de hoge flat waar de camera stond).

Het motto van deze aflevering is een opmerking van rechercheur McNulty: ‘Giving a fuck when it ain’t your turn to give a fuck.’ Die opmerking illustreert de spanning tussen de motieven van het individu en de eisen van het systeem, want zowel McNulty als drugshandelaar D’Angelo geven een fuck zonder dat het hun beurt is en allebei brengen ze zichzelf in de problemen.

Die spanning heeft David Simon in een interview toegelicht door een vergelijking met de Griekse tragedie:

The stuff that spoke to me is the Greek drama in which fated and doomed protagonists are confronted by a system that is indifferent to their heroism, to their individuality, to their morality. But instead of Olympian gods that are throwing lightening bolts and fucking people up for the fun of it, we have post-modern institutions. The police department is the god, the drug trade is the god, the school system is the god, city hall is the god, the election is the god. Capitalism is the ultimate god in The Wire. Capitalism is Zeus.

Maar zoals gezegd, de openingsscène vertelde dat hele verhaal al. Een pechvogel met de bijnaam Snotboogie is neergeschoten, omdat hij altijd de pot stal als ze gingen pokeren. Waarom lieten jullie hem überhaupt meedoen als je dat wist, vraagt McNulty. ‘Got to. This America man,’ zegt de ander. Zelfs in die donkere uithoek van het Amerikaanse experiment lijkt de American dream nog te bestaan, het idee dat ieder individu een kans op geluk verdient. Alleen had Snotboogie geen reële kans en ligt hij dood op straat.

(Morgen het vervolg)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *